voicings

Basis Jazz harmonie

De basis van functionele jazz harmonie wordt gevormd door drie tonen:

– De grondtoon
– De terts of een voorhouding (bijvoorbeeld sus4)
– Het septime of een septime vervanger (meestal de sext)

De laatste twee tonen worden ook wel guide tones genoemd. Deze twee tonen bevatten alle belangrijke harmonische informatie: het toongeslacht (majeur/ mineur) en de functie (dominant/tonica). In plaats van de terts of de septime kunnen ook voorhoudingen of vervangers gespeeld worden, zoals de sus4 als voorhouding voor de terts of de sext als vervanger voor de septime (een groot septime kan ook als voorhouding voor de sext fungeren).
Guide tones zijn essentieel voor effectieve melodieën, lijnen, harmonieën, begeleidingen, improvisaties etc. Sommige jazz pedagogen definiëren het leren improviseren over akkoorden schema’s als het leren verbinden van de tertsen en de septiemen van de akkoorden.

Een guide tone voicing (GTV) bevat de drie belangrijkste tonen. Deze voicings worden ook wel primaire voicings of primary voicings genoemd.

II-V-I progressie

Een van de meest voorkomende akkoordprogressies in lichte muziek. Te gebruiken als “drie-eenheid” en te herkennen aan de volgorde Mi7 –> Dom7 –> Maj7.

Een goede manier om een II-V-I progressie te “voicen” is: zie vb hieronder;

Mi7 akkoord:           

Grondtoon + tertsenstapeling vanaf de 3 (terts) – 7 (septieme) gaat in het dominant akkoord naar de 3, de overige noten blijven liggen – dat levert als dominant een dominant 7 + 9 en 13 op.

  • Dom 7 akkoord:       Grondtoon + 7, 9, 3 en 13
  • Maj 7 akkoord:         Grondtoon + tertsenstapeling vanaf de terts.

In het voorbeeld hieronder voorzien van een lopende bas

Voicings

Infinate Steely Dan warmup:

https://www.youtube.com/shorts/jMhWd4_9QY0

Ladder = akkoord <-> akkoord = ladder

Een mineur of majeur akkoord bestaat in principe uit een stapeling van tertsen. Als je de tersten door stapelt totdat je weer bij de grondtoon bent gebruik je alle noten uit de ladder. Mineur: dorisch en Majeur: lydisch

Op een grondtoon kun je door uit de ladder noten te combineren “random” voicings maken die die bestaan uit clusters. Bv D Dorisch aan de piano: onderin een D verder een cluster van witte toetsen, het liefst een combinatie van kleine en grote intervallen.

Upper structures

Een manier op dominant 7 akkoorden te “kleuren” is door gebruik te maken van zgn “upper structures” Je gaat daarbij uit van de grondtoon + de guide tones: dus 1,3 en 7 en je zet daar een kleur op in de vorm van een drieklank. Onderin de guide tones die de functie van het akkoord (dominant) bepalen, bovenin de drieklank die de kleur bepaalt:

 D                       Eb               Gb              Ab            A             

C7                      C7               C7              C7            C7      

Mineur Upper-structures:

Bm c#m ebm em

Bb7 Bb7 Bb7 Bb7

= Bb7b9b13 Bb7alt Bb7alt Bb7 oct (b9,b13#11)


Op gealtereerde dominant: octotonische lick

Chick corea – Matrix lick:

Ten drummers:

Jazz harmonie

De basis van functionele jazz harmonie wordt gevormd door drie tonen:

– De grondtoon
– De terts of een voorhouding (bijvoorbeeld sus4)
– Het septime of een septime vervanger (meestal de sext)

De laatste twee tonen worden ook wel guide tones genoemd. Deze twee tonen bevatten alle belangrijke harmonische informatie: het toongeslacht (majeur/ mineur) en de functie (dominant/tonica). In plaats van de terts of de septime kunnen ook voorhoudingen of vervangers gespeeld worden, zoals de sus4 als voorhouding voor de terts of de sext als vervanger voor de septime (een groot septime kan ook als voorhouding voor de sext fungeren).
Guide tones zijn essentieel voor effectieve melodieën, lijnen, harmonieën, begeleidingen, improvisaties etc. Sommige jazz pedagogen definiëren het leren improviseren over akkoorden schema’s als het leren verbinden van de tertsen en de septiemen van de akkoorden.

Een guide tone voicing (GTV) bevat de drie belangrijkste tonen. Deze voicings worden ook wel primaire voicings of primary voicings genoemd.

II-V-I progressie

Een van de meest voorkomende akkoordprogressies in lichte muziek. Te gebruiken als “drie-eenheid” en te herkennen aan de volgorde Mi7 –> Dom7 –> Maj7.

Een goede manier om een II-V-I progressie te “voicen” is: zie vb hieronder;

Mi7 akkoord:           

Grondtoon + tertsenstapeling vanaf de 3 (terts) – 7 (septieme) gaat in het dominant akkoord naar de 3, de overige noten blijven liggen – dat levert als dominant een dominant 7 + 9 en 13 op.

  • Dom 7 akkoord:       Grondtoon + 7, 9, 3 en 13
  • Maj 7 akkoord:         Grondtoon + tertsenstapeling vanaf de terts.

 

In het voorbeeld hieronder voorzien van een lopende bas

 

 

Ladder = akkoord <-> akkoord = ladder

Een mineur of majeur akkoord bestaat in principe uit een stapeling van tertsen. Als je de tersten door stapelt totdat je weer bij de grondtoon bent gebruik je alle noten uit de ladder. Mineur: dorisch en Majeur: lydisch

Op een grondtoon kun je door uit de ladder noten te combineren “random” voicings maken die die bestaan uit clusters. Bv D Dorisch aan de piano: onderin een D verder een cluster van witte toetsen, het liefst een combinatie van kleine en grote intervallen.

 

Upper structures

Een manier op dominant 7 akkoorden te “kleuren” is door gebruik te maken van zgn “upper structures” Je gaat daarbij uit van de grondtoon + de guide tones: dus 1,3 en 7 en je zet daar een kleur op in de vorm van een drieklank. Onderin de guide tones die de functie van het akkoord (dominant) bepalen, bovenin de drieklank die de kleur bepaalt:

 D                       Eb               Gb              Ab            A             

C7                      C7               C7              C7            C7      

 

Upper-structures:

 

Innervoice motion:

 

 

 

 

 

II-V-I

voicing: tertsen-stapeling

 voicing: 7 onderin (I feel pretty ligging)

Play along:

 

Mi II-V-I

em7b5 – A7 – dm (100 bmp):

 

em7b5 – A7 – dm (100 bmp):

 

em7b5 – A7 – Cm7 -F7 – em7b5 – A7 – dm:

blues

Blues kent vele verschijningsvormen. In jazz, funk, gospel, pop etc vind je allerlei blueselementen terug. Ook bestaan er vele soorten bluesschema’s. Het meest elementair is het standaard 12 matige bluesschema:

Uitgebreidere variant

Voorbeeld begeleiding Blues in G 

Voorbeeld begeleiding Blues in G met uitgebreid schema

Akkoorden in een schema klinken het meest “bluesy” als je links de grondtoon speelt en rechts de terts en septime (of septime en terts)

Voorbeeld van lopende bas bij een blues:

Kenmerkend in een blues zijn ook zgn. “blues licks” – karakteristieke loopjes die een blues nog meer een blues-geluid geven. Het materiaal bij deze licks is veelal afkomstig uit de bluestoonladder. Veel loopjes maken veelvuldig gebruik van de blue note; de 4e noot uit de bluestoonladder.

Gebaseerd op bluesladder cm

Voorbeeld van een piano blues in “Ray Charles” stijl:

Voorbeelden:

Geen 12 maten blues maar wel blues: