Cubaanse patronen

Latin heeft vele verschijningsvormen. Ik maak hier een onderscheid tussen bossa en andere patronen die in salsa voorkomen. Salsa is een verzamelnaam voor voor muziek die afkomstig is uit de Latijns Amerikaanse  landen en de Spaans sprekende eilanden in de Caribische Zee. Onder Salsa vallen muzieksoorten zoals Merengue, Son montuno, Boogaloo, Mambo, Cubaanse Rumba, Cha-cha-cha. De termen Latin Jazz en Salsa worden door elkaar gebruikt om hetzelfde aan te duiden. Strict genomen heeft salsa een cubaanse oorsprong (son en mambo) Ontwikkeld door Puerto Ricaanse en Cubaanse immigranten in de jaren ’60 en ’70.

 

Cubaans

Typisch Cubaans is het gegeven van een syncopische bas; een “voorgetrokken 1” – accenten op 2-je en 4

Het volgende patroon is te gebruiken als voorbereiding op de onderstaande “guajeos”

Het akkoord is C7 maar rechts speel je in feite een g mineur akkoord waarbij de grondtoon daalt.

 

Voorbeeld “salsa uitwerking” van “Let’s get loud”:

Guajeos (wageos)

In salsa te gebruiken in montuno (vamp)

Het principe bestaat uit:

  • het spelen van een overgebonden 1 in de bas. Dit is de Cubaanse rumba clave. De 1 lijkt daarbij op 4 te zitten. De 1 speel je dus niet met de bas maar met je rechterhand.
  • Het spelen van octaven in de rechterhand, dit zijn akkoordtonen waarbij de tussenliggende ruimte wordt opgevuld door single-note akkoordtonen.

Oye Mi Canto – Miami Sound Machine:

gm – d7

variant: am7b5 – D7 – gm – C7

 

Conga:

em – D

 

Vb Cubaanse stijl:

Clare Fischer – Autumn Leaves

 

Andere Latin grooves:

Ray Baretto – Pasttime Paradise

Stevie Wonder – Don’t you worry ’bout a thing