Voorbeelden:
Voor het maken van blazerspartijen in popbandjes bestaan geen “regels. Dit zijn slechts enkele richtlijnen om te gebruiken (of te negeren). Uitgangspunt is het schrijven van goede “sounds”
Instrumenten
B♭ Trompet
De leider in de blazers sectie. De trompet speelt doorgaans de melodie of top note in de blazers-voicing. Hoge unisono lijnen kunnen veel power genereren. Brass (trompetten-trombones zijn ideaal voor ritmische accenten
Trompetten en trombones kunnen allebei een een demper gebruiken
B♭ Bugel
De vorm van de bugel (of flügelhorn) heeft ruimere bochten dan de trompet, waardoor de bugel een zachtere, warmere en rondere klank heeft. Heeft een kleiner bereik dan de trompet en is veel minder fel. Mengt goed met unisono fluit en/of trombone.
De kornet is compacter gebouwd dan de trompet en heeft wijdere bochten dan de trompet. De toon van de kornet is minder mild dan die van de bugel, maar duidelijk milder dan die van de trompet.
Trombone
Gemiddeld een octaaf lager dan de trompetpartij
Het is gebruikelijk dat houtblazers “gedubbelde” partijen spelen.
Fluit en klarinet zijn de meest gebruikelijke “dubbels” voor saxen.
Fluit
Leadpartijen – mengt goed met trompet-bugel-trombone
Sopraan-sax
Geen gebruikelijk instrument in secties. Wel mooi voor solo’s
Alt-sax
Ligt qua bereik in het “trompet-gebied”
Tenor-sax
Bariton-sax
Speelt de laagste noten in de blazers-sectie. Soms samen met bas gitaar.
Gebruikelijke secties:
1 blazer sax
2 blazers sax+trompet
3 blazers sax+trompet+trombone
4 blazers sax+2 trompetten+trombone
5 of 6 blazers 3 saxen (alt,ten,bari)+2 trompetten+trombone (kleine bigband)
Voicings
- Snelle passages: compacte voicings
- Langzame passages – brede voicings (pads)
- Nooit de grondtoon in een majeur 7 akkoord bovenop
2 blazers
unisono – sterk
octaven – sterker
tertsen
sexten
kwarten – specifieke sound – gebruik spaarzaam
3 blazers
Ook 3 blazers kun je unisono schrijven. Octaven: trompet bovenste – trombone onderste noot
Drieklanken
kwarten
kwinten -kwarten
4 blazers
Loopjes:
- Gebruik pentatonische ladder of min blues ladder om blazers lijnen te schrijven
- ritmische “hits”
- noteer ook: articulatie, trillers, slurrs etc
- tegenaccenten/syncopen
Feedback-vragenlijst blazersarrangement
1) Uitvoerbaarheid:
Bereik:
Liggen de tonen in het speelbare bereik van het instrument?
In hoeverre is dit het comfortabele bereik van het instrument?
Adem:
Hebben de blazers genoeg tijd om tussendoor te ademen?
Zijn de frases speelbaar op 1 adem? Tip: zing de melodieën. Zijn ze zingbaar? Dan zijn ze waarschijnlijk ook speelbaar.
Wendbaarheid van het instrument:
Gaan de frases niet te snel of te langzaam voor wat mogelijk is op het instrument?
Zijn de intervallen op het instrument goed te spelen, zijn de sprongen niet te groot?
Plezier:
Is de partij uitdagend/interessant genoeg voor het niveau van de speler?
2) Muzikale kwaliteit
“Melodisch, contrapuntisch, harmonisch, ritmisch”
“Arrangeert uitstekend (bezetting, samenklank, stemvoering, vorm, balans en toont originaliteit en muzikale eigenheid)”
Melodisch:
In hoeverre is er frasering aanwezig in de melodieën?
Hoe is de verhouding tussen nieuwe ideeën en herhaling?
Hoe is de verhouding tussen kleine intervallen en grotere intervallen?
In hoeverre is er ontwikkeling en richting aanwezig in de melodieën?
Contrapuntisch:
In hoeverre hebben de verschillende melodieën een onderscheidende vorm en ritme?
Maakt de instrumentatie de melodieën meer/minder goed onderscheidbaar van elkaar?
Maakt de articulatie de melodieën meer/minder goed onderscheidbaar van elkaar?
Harmonisch:
In hoeverre is er sprake van spanning en ontspanning?
Wat kan je zeggen over de harmonische textuur (eenvoudig/complex)?
Ritmisch:
Wat is het effect van de gebruikte ritmes en de manier waarop die worden gecombineerd?
Stemvoering:
In hoeverre is er sprake van een geleidelijke stemvoering?
In hoeverre wordt er gebruik gemaakt van gemeenschappelijke tonen?
In hoeverre is er sprake van parallelle bewegingen en stemkruisingen?
Hoe werken de melodieën contrapuntisch met elkaar samen?
Bezetting en samenklank:
In hoeverre worden de sterke kanten van de individuele instrumenten gebruikt?
Wat is het effect van de instrumentatie op de samenklank?
Vorm en balans:
Op welke manier worden de verschillende ideeën geïntroduceerd?
Is het mogelijk een functie/richting te omschrijven voor de verschillende delen van het stuk?
Hoeveel elementen zijn er tegelijkertijd hoorbaar en wat is het effect daarvan?
Hoe is de balans tussen complexe en meer eenvoudige ideeën?
Hoe is de balans tussen nieuwe ideeën en herhaling?
Originaliteit en muzikale eigenheid:
In hoeverre hoor je de stem van de maker in het werk?
3) Notatie
“Correctheid van notatie en orthografie, ‘read-proof’ lay- out”
“Beheersing juiste officiële notatie, tekens en aanduidingen”
Basisinformatie:
Titel
Componist
Tempo
Voortekens
Maatsoort
Sleutel
Instrumenten
Ritmische en melodische notatie:
Is deze correct?
Is er sprake van een zo rustig mogelijk notenbeeld?
Aanwijzingen over de uitvoering:
Is er een karakteraanduiding?
Is de gewenste dynamiek zo precies mogelijk omschreven?
Is de gewenste articulatie duidelijk?
Helderheid over de vorm:
Is er sprake van maatnummering, of letters t.b.v. aanduiding van de vorm?
Correct gebruik van herhalingstekens e.d.?