arrangereren van klassieke stukken

Basis:

  • Wat zijn de mogelijkheden van je instrumenten; wat is speelbaar en wat niet
  • Wat zijn de bereiken van je instrumenten zijn 

Arrangeertips:

  • Samenklanken die goed klinken op de piano klinken niet altijd goed op andere instrumenten. bv akkoorden met grote intervallen 
  • Noten dicht bij elkaar mengen vaak beter met elkaar 
  • Instrumenten in een zelfde kleurgroep mengen beter met elkaar
  • Natuurtoon instrumenten (weinig boventonen) fungeren makkelijker als “harmonie instrumenten” – hoorns, trombones mengen prachtig samen. Bij instrumenten die veel boventonen produceren (bv hobo, fagot) kunnen de harmonie soms “modderig” maken. Betekent niet dat het niet kan of mag. Met hoorns, trombones is succes echter verzekerd. 
  • Hoge noten op blaasinstrumenten kosten veel moeite om te spelen. Bv een hoge b op een trompet (2 oktaven boven centrale c) klinken op de piano prima maar vaak geknepen op een trompet. 
  • Laat 2 strijkers geen unisono melodieën spelen. (intonatie verschillen laten dit niet goed klinken)

 

Voorbeelden van arrangementen van klassieke stukken

Origineel:

Orkestratie door Debussy

Orgelfuga Mozart:

Bewerkt voor 3 saxofoons:

 

Bach Contrapuntus XIX:

 

Bewerking voor 8 stemmen:

Orkestratie van Luciano Berio: 

 

 

Chopin nocturne: bewerkt voor piano + viool 

Nocturne Chopin – origineel:

Orkest versie: