Arrangeren voor strijkers

Strijkers in een arrangement kunnen zorgen voor warmte, passie en dramatiek maar ook voor intimiteit en subtiliteit.

Als je gaat arrangeren voor strijkers is als eerste van belang om te bepalen wat de mate van intensiteit van het strijkersarrangement moet worden. M.a.w. wat wordt de bezetting? een strijkkwartet is roept intimiteit op – een heel orkest kan meeslepend en groots zijn maar is qua uitvoering en vooral organisatie een hele klus. 

The Beatles – Eleanor Rigby

Uitgangspunt qua klank is een strijkkwartet maar om de klank rijker te maken is gekozen voor  een bezetting van 3 violen 2 alt violen + 2 celli. Het arrangement is van producer George Martin.                       

 

Riverman – Nick Drake

Producer Joe Boyd van Nick Drake had voor de opnames van diens eerste album Five Leaves Left arrangeur Richard Hewson op het oog. Drake wees de arrangementen van Hewson af en vertelde dat hij al iemand anders op het oog had: zijn studiegenoot Robert Kirby. Brede warme lage liggingen als begeleiding afgewisseld met akkoorden in het hoog, tegenmelodieën, contra-ritmiek en let op de fraaie #11 in de strijkers in het C groot akkoord aan het eind van het A-tje op 1:35

Elvis Costello + The Brodsky Quartet – The Juliet letters. Hier is gekozen voor een authentiek strijkkwartet. Geen overdubs en allemaal “1 takers” Let op de grote diversiteit in klank, speelwijzen, effecten als pizicati, tremolo’s etc maar ook de afwisseling in texturen.

 

Andere voorbeelden:

Randy Newman – I think it’s going to rain today

Tori Amos – Gold dust

Voorbeeld van schrijven voor strijkers in een ballad

Bereik strijkers:

(C4 = centrale c)

Viool: G3 – A7

Altviool C3 – E6

Cello C2 – C6

Contrabas C2 – C5 (klinkt 1 octaaf lager)

 

Technieken:

  • pads
  • melodie & contra melodie
  • runs (te vergelijken met drumfills)
  • Riffs (repeterende ritmische noten) – al dan niet gesyncopeerd of voorzien van enige chromatiek

Effecten

  • pizzicato
  • spicato (laten vallen en veren van de stok)
  • tremolo
  • trillers
  • sul tasto
  • col legno

Arrangeer tips voor jonge spelers

  • Schrijf melodieën 2 octaven van elkaar. Zorgt voor een stevig geluid.  
  • Violen klinken het best unisono geschreven of in tertsen in het hoge register
  • Laat celli en bas(sen) in octaven spelen.

Bewerken van een koraalzetting voor strijkers

Bezetting

Een standaard strijkers-sectie is gebaseerd op het strijkkwartet; viool 1, viool 2, altviool, cello aangevuld met contrabas.

Uitbreiding: verschillende posities in de sectie kunnen vervolgens “verdeeld” worden in sub divisies: als bv de alt partij is onderverdeeld in 2 partijen speelt de helft van alle altviolen de bovenste partij en de andere helft de onderste. Deze techniek wordt “diviseren” genoemd.

Een contrabraspartij wordt zelden gediviseerd.

4 stemmen

Een goede oefening is het uitwerken van de 4 stemmen van een Bach koraal:
“In meines Herzens Grunden” (Johannes Passion)

Sopraan                  -> viool 1

Alt                           -> viool 2

Tenor                       -> altviool

Bas                          -> cello

 

5 stemmen:  “vulpartij”

Strijkers partijen klinken breed en vol als er wat ruimte zit tussen de partijen. Een manier om 4 stemmigheid nog voller te laten klinken is om die ruimte (in het midden) op te vullen met een 5e partij. Geen noodzakelijke partij maar een vulpartij om klank wat voller te maken die wat akkoordtonen “leent” van de andere partijen. Geen zorgen over 4 stemmige harmonie. Daar zorgen de oorspronkelijke partijen voor.

We wijzen in dit geval de “vulpartij” toe aan de altviolen. De alt en tenor partij gaan “gediviseerd” naar violen 2. (let op dat een tenor partij niet lager gaat dan altviool kan spelen – gaat in dit geval goed)

Door viool 2 zowel alt en tenor partij te laten spelen en violen 2 op deze manier zowel boven als onder altviool te schrijven krijg je een subtiele “samensmelting” van deze laagjes.

Sopraan                 -> viool 1

Alt + tenor              ->viool 2

Vulpartij                  ->altviool

Bas                         ->cello

7 stemmen:  “bassen”

Baspartijen kopiëren de cello partij en spelen deze een octaaf lager. Let op dat contrabaspartijen een octaaf lager klinken dan genoteerd staat. De baspartij ziet er dus precies hetzelfde uit als de cello partij maar klinkt 8vb.

Deze versie krijgt een dikke onderkant. Gevaar van deze techniek is dat de klank wat “lomp” kan worden.

Violen 2 en altviolen zijn beiden geadviseerd met de oorspronkelijke alt partij bei beiden aan de bovenkant.

Viool 1                     -> sopraan

Viool 2                     -> alt + vulpartij

Altviool                    -> alt + tenor

Cello                        -> bas

Contrabas               -> bas 8vb

 

8 stemmen:  “melodie 8va”

De 1e violen kunnen we diviseren door de melodie een octaaf hoger te dubbelen.  De melodie krijgt hierdoor meer gewicht. Een truc om tegenwicht te bieden is om de bas te laten dubbelen door de helft van de altviolen. Als de baspartij te laag is (laagste noot op een altviool is c – octaaf onder centrale c) schrijf je de laagst beschikbare akkoordtoon.

Volheid in het arrangement – midden,  onderkant en helderheid in de melodie die bovenop ligt.

Viool 1                     -> sopraan + sopraan 8va

Viool 2                     ->Alt + tenor

Altviool                    -> vulpartij + bass verdubbelingl

Cello                        -> bas

Contrabas               -> bas 8vb

 

8 stemmen:  “alle bovenstemmen 8va”

Als je niet wil dat de melodie er in een octaaf “bovenuit steekt” en de harmonische laag nog meer wil spreiden kun je er voor kiezen om ook de alt en tenor partij een octaaf hoger te dubbelen.

1e violen blijven de melodie spelen in octaven met daaronder een hoge alt en tenor partij.

Als je deze versie vergelijkt met de originele 4 stemmige versie kun je concluderen dat we in feite de bovenste 3 stemmen een octaaf hoger gedubbeld hebben en de onderste stem een octaaf lager gedubbeld. Zo genereer je een rijke strijkersklank zonder er 1 noot bij gecomponeerd te hebben.

Viool 1                     -> sopraan + sopraan 8va

Viool 2                     ->Alt 8va + tenor 8va

Altviool                    -> Alt + tenor

Cello                        -> bas

Contrabas               -> bas 8vb

9 stemmen:  “melodie 8va en 8vb”

Een variatie op de voorgaande versie is om de 3 bovenstemmen een octaaf hoger te dubbelen maar ook de sopraan een octaaf lager te dubbelen en toe te wijzen aan de cello’s.

Dit werkt echter alleen in melodische passages! Bij een begeleidende passage trekken de hoge noten in de cello’s waarschijnlijk te veel aandacht.

 

Viool 1                     -> sopraan + sopraan 8va

Viool 2                     ->Alt 8va + tenor 8va

Altviool                    -> Alt + tenor

Cello                        -> sopraan 8bv + bas

Contrabas               -> bas 8vb