Transponerende instrumenten

In de huidige (blaas) orkesten zijn vier instrumentstemmingen aanwezig:

  • c instrumenten
  • Bes instrumenten
  • es instrumenten
  • f instrumenten

Bij een transponerend instrument hoor je een andere toon dan je speelt. Voorbeeld: je speelt een G op een besklarinet maar je hoort een F.

Vroeger was de klarinet verkrijgbaar in een hele reeks verschillende afmetingen: van groot naar klein, voor de lage tonen en voor het hogere bereik. En elke afmeting transponeert naar een andere toonafstand. Op die manier kan de bespeler dezelfde vingerzetting gebruiken bij instrumenten met verschillende grondtonen. Het bestaan van verschillend gestemde klarinetten vindt zijn oorzaak in de verschillende timbres of klankkleuren en in het feit dat moeilijke grepen vermeden kunnen worden.

Componisten schrijven in de partituur en de partijen de noten zoals de klarinettist ze leest en niet zoals ze klinken. Hierdoor kan de klarinettist elke klarinet bespelen zonder zelf te hoeven transponeren, dat heeft de componist al gedaan. Een noot betekent voor de speler niet een bepaalde klank, maar een bepaalde vingergreep.

Een voordeel is ook dat je altijd in dezelfde sleutel kunt lezen zonder een hoop hulplijntjes, of je nu een sopraansax speelt of een veel lager klinkende baritonsax, je leest altijd in de vioolsleutel.

Ook trompet, saxofoon en hoorn zijn transponerende instrumenten.

Het begrip ‘klinkend’

Het begrip ‘C klinkend’ bijvoorbeeld, is niets anders dan een C die op een piano (C instrument) wordt gespeeld. We vergelijken in de volgende teksten dus steeds met de C die op een piano wordt gespeeld.Eenvoudig gemaakt…

Om het voor blazers overzichtelijk te houden, is ervoor gekozen om bij instrumentenfamilies de grepen ten opzichte van een genoteerde toon gelijk te houden. Daarvoor heeft men de stemming van het instrument moeten aanpassen. Het meest duidelijk is dat bij saxofoons en klarinetten te zien:

sopraan saxin Bes
alt saxin Es
tenor saxin Bes
bariton saxin Es
bas saxin Bes
es klarinetin Es
bes klarinetin Bes
alt klarinetin Es
bas klarinetin Bes
 

 

Voorbeelden

 
  • De C van een dwarsfluit klinkt als een C op de piano. Dit is dus een C instrument.
  • De C van een altsax klinkt als een Es op een piano. Dit is dus een Es instrument.
  • De altsax speelt een grote sext hoger tov de piano
  • De C van een besklarinet klinkt als een Bes op de piano. Dit is dus een Bes instrument.
  • De besklarinet of tenorsax speelt een toon hoger t.o.v. de piano
  • De C van een F hoorn (waldhoorn) klinkt als een F op de piano. Dit is dus een F instrument.
  • De F hoorn speelt een kwint hoger t.o.v de piano

C instrumenten

Instrumenten die in C gestemd zijn:

  • dwarsfluit
  • hobo
  • fagot
  • trombone

Bes instrumenten

Instrumenten die in Bes gestemd zijn:

  • besklarinet
  • trompet
  • cornet
  • bugel
  • tenorsax
  • tuba

De klarinet, trompet en cornet klinken bijvoorbeeld een hele toon (grote secunde) lager dan de notatie aangeeft. De tenorsax klinkt negen tonen (octaaf + grote secunde) lager dan de notatie aangeeft.

Es instrumenten

Instrumenten die in Es gestemd zijn:

  • esklarinet
  • altsaxofoon
  • baritonsaxofoon
  • altklarinet
  • hoorn in es

F instrumenten

Instrumenten die in F gestemd zijn:

  • hoorn in F (waldhoorn)
  • althobo