Rubato

Rubato (ook wel ‘Tempo rubato’: Italiaans voor ‘geroofde tijd’) verwijst naar de expressieve en ritmische vrijheid om het strikte tempo tijdelijk te negeren. Daarmee is de musicus vrij om van één of enkele noten een beetje tijd te ‘roven’ en dat aan een andere noot of noten te geven. Met de vrijere frasering is het de bedoeling dat het tempo van een compositie niet verandert, maar dat er een gevoel van vrijheid en spontaniteit ontstaat.

Communicatie en timing zijn essentieel bij het samen musiceren. Initiatief nemen of juist anticiperen op het initiatief van de ander(en).

Daarbij komt rubato voor in verschillende gradaties; volledig vrij van tempo of time of semi-rubato

Voorbeelden:

Blue – Joni Mitchell

Michael Prins – Close to you; rubato intro – daarna kwarten-time

Tonight – Elton John – een voorbeeld van Rubto waarin in het orkestrale intro juist versnelling ipv vertraging plaats vindt:

Gary’s theme – Bill Evans, Eddie Gomez – Elliot Zigmund

Een prachtig voorbeeld van semi-rubato; een 3/4 opvatting. Geen strakke time maar een organische vrije 3/4 maat. Op een sublieme manier zoeken deze musici elkaar en de grenzen van wat time is op. (let vooral even op de drums rond 0.36 – en de manier waarop het thema wordt afgesloten en weer ingezet: 1.15)

Voor een verre prinses – Herman van Veen

Reharmonisatie

Als je een stuk “re-harmoniseert” speel je met “sounds”.

  • volledig willekeurig: een melodienoot krijgt een willekeurig akkoord waar deze melodienoot een plek in heeft (melodienoot kan grondtoon, terts, maj7 zijn of elke andere noot in de toonladder”
  • volgens een systeem; bv je laat de bas consequent naar beneden gaan of omhoog.

“schuif” akkoorden:

“So what” chord (3 kwarten + een terts
Sus akkoorden (maj drieklank met toon lager als basnoot

maj van een kwint hoger op basnoot

b9 in de bas – sound

Andere “Sounds”

  • Toevoegingen op mineur: 9 en 11
  • Toevoegingen op majeur 7: #5
  • Toevoegingen op majeur 7: 9 en #11
  • Open akkoorden: kwarten / kwinten / evt terts in de bas

Voorbeelden:

Ge(re)harmoniseerde Toonladder

Lang zal ze leven

Mary had a little lamb

Adam Neely over Ed Sheeran – Shape of you:

Happy Birthday

Circus – origineel

[Pre-Chorus]

F#m          E

I feel the adrenaline moving through

   D

my veins

           A               E/G#

Spotlight on me, and I’m ready to

F#m

break

Circus – versie Dirty Loops

Hey Jude – Samba

songwriting: verschillende vormonderdelen over hetzelfde gegeven

 

 

Wanna be starting’ something – Michael Jackson 

één repeterende groove, baslijn en 2 akkoorden (D en E) zijn uitgangspunt voor een zeer uitgebreid arrangement een enorme hoeveelheid vormonderdelen. 

Jill Scott – Golden

Dreams – Fleetwood Mac

Careless Whisper – George Michael 

Dm – Gm7 – Bbmaj7 – Am7 

 

Last Christmas

C – Am7 – F – Dm – G

 

Clocks – Coldplay

 

Creep – Radiohead

 

A horse with no name – America

 

 

 

 

songwriting – bas

Bas-statements: voorbeelden van songs die vanuit een basriff zijn geschreven:

Billie Jean:

Get on the floor – Michael Jackson (Louis Johnson baslijn)

 

 

“Baspedal” : basnoot blijft liggen – akkoord verandert:

Seal – crazy:

You Oughta know – Alanis Morissette:

Praying for time – George Michael:

 

“Dalende bas”

While my guitar gently weeps – Beatles:

Everything must change – Randy Crawford

All the young dudes – David Bowie

Hello – Lionel Richie

 

 

Rick Beato over “every little thing she does is magic”;  lydische baslijn: 

 

Transcriptie + notatie

Een transcriptie maken of  “een liedje uitzoeken” + de notatie daarvan is in principe een solfège onderwerp.

Op het internet en vooral op akkoorden sites circuleren veel incorrecte partijen; verkeerde toonsoorten, verkeerde akkoorden, onoverzichtelijk, akkoorden op verkeerde posities genoteerd boven de tekst etc etc. Ook uitgegeven partijen zijn soms op te erg versimpeld en aangepast waardoor het klinkend resultaat niet is zoals je zou verwachten.

“liedje uitzoeken”

De beste methode is vaak om muzikale inhoud zelf uit te zoeken, te analyseren om uiteindelijk tot een resultaat te komen dat overeenkomt met de klinkende opname.

Let wel;  het uitzoeken van liedjes vergt oefening en het kan, zeker in het begin, veel tijd kosten. Het is goed voor de gehoortraining en voor de professional noodzakelijk om je deze vaardigheid eigen te maken. 

Tips:

  1. zorg voor goede afspeelapparatuur, liefst een apparaat of programma dat snel heen een weer kan spoelen en met een goede pauzeknop. Soms moet je 10-15 keer een klein stukje terug om precies te horen wat er gespeeld is.
  2. Gebruik een koptelefoon; daar hoor je veel meer detail dan over gewone speakers.
  3. Zorg dat je afspeel apparatuur binnen handbereik is terwijl je achter de piano zit. Afspelen – luisteren en zoeken/ naspelen op de piano moet niet onderbroken worden door een wandeling van 5 meter om van je stereo naar de piano te komen. Dan is nl de “blauwdruk” van het gehoorde vaak alweer verdwenen.
  4. Luister eerst een aantal keer naar het hele nr en probeer al globale zaken als tempo, maatsoort, toonsoort en mineur of majeur karakter te achterhalen.
  5. Noteer melodie vorm en harmonisch schema: gebruik daarbij 1 notenbalk en 4 maten per regel. Akkoorden boven de balk. 
  6. Noteer indien je een volledige transcriptie maakt (en niet alleen een leadsheet) de overige partijen op aparte balken. 
  7. Luister gedetailleerd en zo nodig maat voor maat en probeer per maat de juiste akkoorden te vinden. Vaak kun je door goed naar de bas te luisteren de grondtoon van het akkoord achterhalen.
  8. Zing of speel samen met de gevonden basnoot/grondtoon de melodie. Melodie en bas vormen de uiteinden van de harmonie. De rest is een kwestie van invullen.
  9. Probeer met de 2 al gevonden noten de harmonie verder te achterhalen, doe dat ook door een aantal opties na te gaan: is het mineur/majeur/dominant. Is het een drieklank of een complexer akkoord?  Probeer deze opties ook gelijk te spelen en steeds te vergelijken met de opname. Komt het overeen? Mooi. Zo niet dan moet je verder zoeken.
  10. Probeer een beeld te krijgen bij de klank van verschillende akkoordtypen; bv maj heeft een zachte consonante klank; dominant is oplossingsgericht. Mineur klinkt in veel oren “melancholisch” majeur meer opgewekt.
  11. Check bij lastig te horen klanken of er soms een andere akkoordnoot in de bas zit. Bv de terts. Is er sprake van een cadens; II-V-I, halfverminderd akkoord? Toevoegingen?
  12. Als het niet lukt om de klank als zodanig te herkennen probeer hem dan te herleiden door naar de onafhankelijke noten te luisteren. Welke noten kun je onderscheiden naast bas en melodie?

Leadsheet & transcriptie

  • Een leadsheet is een compacte schematische weergave van een nr. Meestal 1 notenbalk; het akkoorden-schema + de vorm van het nr. en vaak ook nog de melodie en de tekst eronder.
  • Een transcriptie is een uitgeschreven versie van een nr en is een partituur

Voorbeeld transcriptie:

Dancing in the Street transcriptie

Meer info en voorbeelden leadsheets:

Leadsheets

Songwriting vertrekpunten

 

Opdrachten rond verschillende vertrekpunten/perspectieven bij van het schijven van songs. 

Begin met:

1.

  • tekst random woorden (zet 6 zelfst. naamwoorden bij elkaar)
  • Melodie adv een motief
  • basloopje (dalende bas, pedal)

2.

  • akkoordprogressie met random akkoorden – begin met 3 akkoorden 
  • bestaand akkoordenschema als uitgangspunt (bv kwintval sequens, 4 chords, schema van bestaand stuk)
  • tekst: brainstorm / woordspin
  • tekst: “hertaling” van een nr: in duo – 1persoon hertaalt en de andere persoon schrijft nieuwe muziek bij de hertaalde tekst (diegene weet niet van welk oorspronkelijk nr de hertaling is)

3.

  • groove met muzikale stijl als uitgangspunt (bv disco liedje, ballad, blues, reggae, klassiek)
  • repeterende noot
  • stijlimitatie a.d. voorbeeld: bv beatles, motown,  stijlimitatie voorbeelden (klik)

4.

  • melodie n.a.v. een random gekozen interval 
  • Over hetzelfde gegeven (groove, akkoordenschema) maak je verschillende vormonderdelen. (Wanna be startin’)
  • als beginpunt een eenvoudige ritmische groove (bv alleen een shaker en conga’s)

 

arrangereren van klassieke stukken

Basis:

  • Wat zijn de mogelijkheden van je instrumenten; wat is speelbaar en wat niet
  • Wat zijn de bereiken van je instrumenten zijn 

Arrangeertips:

  • Samenklanken die goed klinken op de piano klinken niet altijd goed op andere instrumenten. bv akkoorden met grote intervallen 
  • Noten dicht bij elkaar mengen vaak beter met elkaar 
  • Instrumenten in een zelfde kleurgroep mengen beter met elkaar
  • Natuurtoon instrumenten (weinig boventonen) fungeren makkelijker als “harmonie instrumenten” – hoorns, trombones mengen prachtig samen. Bij instrumenten die veel boventonen produceren (bv hobo, fagot) kunnen de harmonie soms “modderig” maken. Betekent niet dat het niet kan of mag. Met hoorns, trombones is succes echter verzekerd. 
  • Hoge noten op blaasinstrumenten kosten veel moeite om te spelen. Bv een hoge b op een trompet (2 oktaven boven centrale c) klinken op de piano prima maar vaak geknepen op een trompet. 
  • Laat 2 strijkers geen unisono melodieën spelen. (intonatie verschillen laten dit niet goed klinken)

 

Voorbeelden van arrangementen van klassieke stukken

Origineel:

Orkestratie door Debussy

Orgelfuga Mozart:

Bewerkt voor 3 saxofoons:

 

Bach Contrapuntus XIX:

 

Bewerking voor 8 stemmen:

Orkestratie van Luciano Berio: 

 

 

Chopin nocturne: bewerkt voor piano + viool 

Nocturne Chopin – origineel:

Orkest versie: