begeleidingspatronen en ritmiek

Pop patroon

Sunny:

Happy:

I feel the earth move:

Ordinary People:

 

Ballad:

 

Reggae

 

 

Half time groove

 

Rock Und Roll

 

Polka/hoempa

 

Maar ook: “you’re the one that I want”

 

Latin

Bossanova
Deze Braziliaanse muziekstijl is een combinatie van de Braziliaanse ritmiek, voornamelijk samba, en cool jazz. Bossanova betekent letterlijk vertaald ‘nieuwe tendenties’. Aan de wieg van de bossanova stonden muzikanten als Antonio Carlos Jobim, Luis Bonfá en João Gilberto die de sambaritmes mengden met de zachte en vaak ingetogen tonen van de cool jazz. De ritmisch getemperde, maar harmonisch geavanceerde stijl is gebaseerd op een enkel ritme, meestal in een gesyncopeerde 2/4 maat en met een soepele swing, ook wel balanço genoemd. De bekendste bossanova is ‘The Girl From Ipanema. De bekendste uitvoering dateert uit 1963 en is van Stan Getz, João Gilberto en Astrud Gilberto. Onder meer dankzij de honingzoete en naïeve stem van Astrud Gilberto werd het wereldwijd een hit.

Bossa Patroon:

Bossa patron in een II-V-I

Dit patroon is ook te gebruiken bij samba. Het tempo ligt dan hoger. Bossa en Samba zijn Braziliaanse stijlen

Voorbeelden van Bossa’s

 

Toepassing op:

 

B-tje: Bb – Gm7 – Fmaj7 – Asus4

Señorita:

Cubaanse Patronen

Latin heeft vele verschijningsvormen. Ik maak hier een onderscheid tussen bossa en andere patronen die in salsa voorkomen. Salsa is een verzamelnaam voor voor muziek die afkomstig is uit de Latijns Amerikaanse  landen en de Spaans sprekende eilanden in de Caribische Zee. Onder Salsa vallen muzieksoorten zoals Merengue, Son montuno, Boogaloo, Mambo, Cubaanse Rumba, Cha-cha-cha. De termen Latin Jazz en Salsa worden door elkaar gebruikt om hetzelfde aan te duiden. Strict genomen heeft salsa een cubaanse oorsprong (son en mambo) Ontwikkeld door Puerto Ricaanse en Cubaanse immigranten in de jaren ’60 en ’70.

 

Cubaans

Typisch Cubaans is het gegeven van een syncopische bas; een “voorgetrokken 1” – accenten op 2-je en 4

Het volgende patroon is te gebruiken als voorbereiding op de onderstaande “guajeos”

Het akkoord is C7 maar rechts speel je in feite een g mineur akkoord waarbij de grondtoon daalt.

 

Voorbeeld “salsa uitwerking” van “Let’s get loud”:

Guajeos (wageos)

In salsa te gebruiken in montuno (vamp)

Het principe bestaat uit:

  • het spelen van een overgebonden 1 in de bas. Dit is de Cubaanse rumba clave. De 1 lijkt daarbij op 4 te zitten. De 1 speel je dus niet met de bas maar met je rechterhand.
  • Het spelen van octaven in de rechterhand, dit zijn akkoordtonen waarbij de tussenliggende ruimte wordt opgevuld door single-note akkoordtonen.

Oye Mi Canto – Miami Sound Machine:

gm – d7

variant: am7b5 – D7 – gm – C7

 

Conga:

em – D

 

Vb Cubaanse stijl:

 

 

Andere Latin grooves

 

 

 

 

Jazz

Voorbeeld van een II-V-I jazz progressie met een bas in 2-jen en een walking bass in 4-ren. 

 

 

 

Disco-patroon 1

Disco-patroon 2

Disco-patroon 3 “I will survive”

Voorbeelden:

Canned Heat:

A)   dm7 – bbm9 – gm9 – bbm9

B)  Dmaj7 – Bbmaj7 – gm9 

C) Emaj7 – Am9

Get lucky: Bm9 – Dmaj7 – F#m9 – E9

American Boy: Emaj7 – Cmaj7 – Am9

 

Little L – Jamiroquai:

 

 

 4 stemmige ritmische invulling van een patroon

  • bas – pink LH
  • middenstem – duim LH
  • middenstem – duim RH
  • bovenstem/ akkoord – pink RH

Voorbeeld: The winner takes it all

 

Patroon:

Toepassing:

 

 

 

Funky/Groovy (16den feel)

Funk laat zich vooral omschrijven als een op groove gebaseerde stijl waarbij ritmiek, staccato motieven en herhaling belangrijke parameters zijn. Het harmonisch materiaal kan daarbij minimaal zijn. Dit is echter geen regel.

Een funky pianobegeleiding begint bij een stevige linkerhand in een octaafstand. Met de pink speel je een lage basnoot op de 1e tel. Met de duim speel je dezelfde noot maar dan een octaaf hoger. Deze laatste noot speel je niet op de tel maar op de syncope.  Rechts speel je akkoorden op een ritmisch puntige manier. Rechts en links grijpen ritmisch in elkaar (bindend element is vooral de syncopische duimnoot links) en er ontstaat een patroon dat je steeds herhaalt en eventueel kunt uitbreiden en variëren. Van belang zijn een duidelijke pulse en een syncopische ritmiek.

Beats

  •  Downbeat              -de 1
  • Off-beat                  -de 2 en 4

Met Off-beat kan ook in een 8stes situatie steeds de 2e 8ste bedoeld worden. Off-beat is altijd het zwakke maatdeel. 

  • Backbeat  – Een in Rock ’n Roll gebruikte term waarbij 2 en 4 ook beaccentueerd worden vaak door snare. Ook in Boogie-Woogie, Rhythm&Blues en Motown hoor je dit veel.

Toepassing op:

 

 

A+B:    Db – Fm/C – Bdim – Gb – Gbmi

Bridge: A – B – F#m – G#m – A – B – C – D – E

A: Em – A7

B: E G A7 E  –    G – F# – C – D  – B

 

Andere voorbeelden van nrs met een 16en feel

Shuffle

 

12/8 (Triolenfeel) 

Hold the line – Toto

16den (halftime) shuffle