Koper en fluit:
Jeroen Thijsen
Koper en fluit:
Voorbeelden:
Voor het maken van blazerspartijen in popbandjes bestaan geen “regels. Dit zijn slechts enkele richtlijnen om te gebruiken (of te negeren). Uitgangspunt is het schrijven van goede “sounds”
Instrumenten
B♭ Trompet
De leider in de blazers sectie. De trompet speelt doorgaans de melodie of top note in de blazers-voicing. Hoge unisono lijnen kunnen veel power genereren. Brass (trompetten-trombones zijn ideaal voor ritmische accenten
Trompetten en trombones kunnen allebei een een demper gebruiken
B♭ Bugel
De vorm van de bugel (of flügelhorn) heeft ruimere bochten dan de trompet, waardoor de bugel een zachtere, warmere en rondere klank heeft. Heeft een kleiner bereik dan de trompet en is veel minder fel. Mengt goed met unisono fluit en/of trombone.
De kornet is compacter gebouwd dan de trompet en heeft wijdere bochten dan de trompet. De toon van de kornet is minder mild dan die van de bugel, maar duidelijk milder dan die van de trompet. Lees verder “Blazerssecties (pop)”
In de huidige (blaas) orkesten zijn vier instrumentstemmingen aanwezig:
Bij een transponerend instrument hoor je een andere toon dan je speelt. Voorbeeld: je speelt een G op een besklarinet maar je hoort een F.
Vroeger was de klarinet verkrijgbaar in een hele reeks verschillende afmetingen: van groot naar klein, voor de lage tonen en voor het hogere bereik. En elke afmeting transponeert naar een andere toonafstand. Op die manier kan de bespeler dezelfde vingerzetting gebruiken bij instrumenten met verschillende grondtonen. Het bestaan van verschillend gestemde klarinetten vindt zijn oorzaak in de verschillende timbres of klankkleuren en in het feit dat moeilijke grepen vermeden kunnen worden.
Componisten schrijven in de partituur en de partijen de noten zoals de klarinettist ze leest en niet zoals ze klinken. Hierdoor kan de klarinettist elke klarinet bespelen zonder zelf te hoeven transponeren, dat heeft de componist al gedaan. Een noot betekent voor de speler niet een bepaalde klank, maar een bepaalde vingergreep.
Een voordeel is ook dat je altijd in dezelfde sleutel kunt lezen zonder een hoop hulplijntjes, of je nu een sopraansax speelt of een veel lager klinkende baritonsax, je leest altijd in de vioolsleutel.
Ook trompet, saxofoon en hoorn zijn transponerende instrumenten.
Het begrip ‘klinkend’
Het begrip ‘C klinkend’ bijvoorbeeld, is niets anders dan een C die op een piano (C instrument) wordt gespeeld. We vergelijken in de volgende teksten dus steeds met de C die op een piano wordt gespeeld.Eenvoudig gemaakt…
Om het voor blazers overzichtelijk te houden, is ervoor gekozen om bij instrumentenfamilies de grepen ten opzichte van een genoteerde toon gelijk te houden. Daarvoor heeft men de stemming van het instrument moeten aanpassen. Het meest duidelijk is dat bij saxofoons en klarinetten te zien:
sopraan sax | in Bes |
alt sax | in Es |
tenor sax | in Bes |
bariton sax | in Es |
bas sax | in Bes |
es klarinet | in Es |
bes klarinet | in Bes |
alt klarinet | in Es |
bas klarinet | in Bes |
Voorbeelden |
C instrumenten
Instrumenten die in C gestemd zijn:
Bes instrumenten
Instrumenten die in Bes gestemd zijn:
De klarinet, trompet en cornet klinken bijvoorbeeld een hele toon (grote secunde) lager dan de notatie aangeeft. De tenorsax klinkt negen tonen (octaaf + grote secunde) lager dan de notatie aangeeft.
Es instrumenten
Instrumenten die in Es gestemd zijn:
F instrumenten
Instrumenten die in F gestemd zijn: