Akkoorden en symbolen

Akkoorden en symbolen

De notatie van lichte muziek kenmerkt zich (helaas) door een hoge mate van inconsequentheid. Er zijn veel gebruikte manieren om dingen aan te duiden. Zo kan een D half-verminderd akkoord worden aangeduid als:

DØ, Dm7b5 of: Fm/D

Sinds enige tijd wordt er geprobeerd om tot een standaardnotatie te komen. Daarin heeft de notatiewijze die werkt met afkortingen; Ma7, Mi7 etc

Majeur 7 

  • Majeur drieklank met groot septime
  • Een snelle manier om een ma7 akkoord te spelen: vervang in de drieklank rechts de grondtoon door de maj7. De maj7 ligt een halve toon onder de grondtoon. De grondtoon speel je links.
  • Een andere manier is: speel een kleine drieklank op de grote terts; Cmaj7 = Em/C

Mineur 7 

  • Mineur drieklank met klein septieme
  • Een snelle manier om een mi7 te spelen: vervang in de drieklank rechts de grondtoon door de 7  De 7 ligt 1 toon onder de grondtoon
  • Een andere manier is: speel een grote drieklank op de kleine terts; cmi7 = Eb/C

Dominant7

  • bestaat uit functienoten grondtoon (links), terts(3) en septime(7)
  • toevoegingen als 9,13 zijn optioneel

Halverminderd of m7b5

 symbool:   (Ø)

Snelle manier om een m7b5 te spelen: maak een mineur drieklank op de terts:

dm7b5 = fm/d

6 akkoorden

In een majeurakkoord wordt de 6 soms ipv de 5 gespeeld en soms naast de 5

6 en Ma7 akkoorden hebben dezelfde harmonische functie en zijn inwisselbaar

Mi 6 akkoorden

In een mineur 6 akkoord wordt de 5 soms vervangen door de 6. Kan ook naast de 5

Toevoegingen

  • Zijn optioneel
  • In een dominant akkoord te gebruiken als uitbreiding op basistonen grondtoon, terts, septime

9: maak eerst een drieklank en schuif daarna de grondtoon 1 toon op. 9 ligt 1 toon boven de grondtoon.

De 9 = de 2. Je noemt het 2 in een “drieklank situatie”. Indien ook een 7 aanwezig spreek je van een 9.

11: is gelijk aan 4 komt alleen voor bij mineur 7 akkoorden. In majeur 7 wordt 11 verhoogd tot #11 (ivm conflict tussen terts en 11)

13: is gelijk aan 6; ook hier geldt: in een drieklank situatie spreek je van 6, Indien ook een 7 aanwezig spreek je van een 13. De 13 komt vaak (maar niet altijd) in combinatie voor met de 9.

Een C9 akkoord of een C13 akkoord is dus altijd dominant en bevat altijd de basistonen grondtoon, terts, septime.

Alteraties

Zijn toevoegingen voorzien van   b of #

Alteraties op een dominant 7 akkoord kunnen zijn

b9:

#9  (wordt ook wel genoteerd als b10 )

b13(wordt ook wel genoteerd als #5 )

#11 (wordt ook wel genoteerd als b5 )

Alteraties kunnen ook voorkomen bij majeur akkoorden:

#5 (wordt ook wel genoteerd als +5 of als + (plus) bv C+  zgn plus akkoord= altijd +5)

#11

Tip:

Laat je niet afschrikken door ingewikkelde dominant 7 akkoorden met de nodige toevoegingen en/of alteraties. De basis blijft altijd grondtoon, terts en septime. Die vormen de kern van het akkoord en geven het akkoord zijn functie. Je kunt daar altijd op terugvallen.

Bij een F#13b9#11 akkoord kun je ook nog steeds denken: F#7; heeft dezelfde terts en septime als C (tritonus) namelijk e en Bb; en dus kun je spelen:

Sus akkoorden

Sus 4:

In klassieke muziek en popmuziek lost de 4 in een sus 4 akkoord (suspended 4) meestal op naar de terts.

In jazz, funk en aanverwante muziek wordt het sus4 akkoord ook gebruikt als kleur in combinatie met een 9. Je spreekt dan niet meer van sus4 maar slechts van sus. Het akkoord wordt soms ook aangeduid als Sus9. Qua functionaliteit dekt de term sus hier de lading niet meer aangezien het ook als niet oplossend akkoord voorkomt. Dit akkoord wordt soms ook als 11 aangeduid; bv C11

Een makkelijke manier om een sus akkoord te spelen is: links de grondtoon, rechts de drieklank van een toon lager;

 

Sus 2

In popmuziek wordt dit symbool gebruikt voor het volgende akkoord:

 Dit akkoord lost in principe op naar een majeur of een mineur akkoord. Het kan echter ook als een op zichzelf-staande klank (niet oplossend) voorkomen.

Verminderd 7

Het verminderd 7 akkoord, ook wel dim akkoord (diminished) genoemd. Is een stapeling van kleine tertsen en is een symmetrisch akkoord.

Consequentie van deze symmetrie binnen het tonale systeem is dat  er maar 3 verschijningsvormen zijn van het dim akkoord.

1  Cdim = Ebdim = Gbdim = Adim

2  Dbdim = Edim = Gdim = Bbdim

3  Ddim = Fdim = Abdim = Bdim